BADTS Eduard - Sdt- Stamnr 0505

3de Compagnie - 3de Peloton

 

Sdt Eduard Badts
3e Compagnie – 3e Peloton
Stamnr : 0505

     Eduard is 18 en pas enkele dagen getrouwd als hij op 16 mei 1940 gehoor geeft aan de ministeriele oproep om zich naar Roeselaere te begeven naar het CRAB (Centre de Recrutement de l’Armée Belge) om ingelijfd te worden in de reserve van het Belgisch leger. Met slechts 50 Belgische franken op zak vertrekt hij te voet over Gent richting Roeselaere. Onderweg ontmoet hij zijn buurman Jozef Waltens en samen met nog andere opge-roepenen en een massa vluchtelingen wordt hij doorgestuurd naar Ieper waar de toestand al even verward is. Iedereen wordt doorgestuurd naar Frankrijk en Eduard besluit om samen met Jozef en enkele andere CRABs langs de kust naar Calais te trekken. Hij komt op 23 mei in het zwaar gebom-bardeerde Calais aan en kan inschepen op de Canterbury, een schip volgestouwd met Engelse militairen en gewonden. Ondanks enkele Duitse STUKA aanvallen bereikt het schip na 8 uur varen de Engelse haven Dover. Eduard wordt samen met de andere Belgische vluchtelingen onmiddellijk naar een doorgangskamp bij Londen gestuurd. Na ondervraging en inschrijving gaat het richting Eleven St Marc Crest (St Pancras) in Londen om te worden ingekwartierd bij Britse burgers. Eduard beland bij een Joodse familie die niet ver van de zoo woont.
Na enkele dagen biedt hij zich aan op de Belgische ambassade om dienst te doen bij de marine maar gezien hij geen ervaring heeft wordt hij geweigerd. Dan maar aankloppen bij de Fransen en jawel hij wordt samen met nog enkele Belgen ingelijfd, en moet in Aldershot in de keuken werken. In het kamp bevinden zich vooral soldaten van het vreemdelingenlegioen die na de mislukte campagne in Noorwegen naar Engeland waren geëvacueerd. De meeste Belgen weigeren toch om dienst te nemen in het vreemdelingenlegioen en zij worden gestraft met opsluiting en op water en brood gezet. Midden augustus wordt Badts en zijn vrienden door toedoen van de Belgische Rijkswacht van de ambassade uit het kamp gehaald en op 17 augustus bij de nieuwe Belgische strijdkrachten in Tenby (Wales) ingelijfd. Eduard krijgt het stamnummer 0505. Hij is dus de 505de vrijwilliger in dit nieuwe leger. De opleiding verloopt moeizaam want er zijn weinig middelen. Eduard wordt eerst ingezet bij de kustbewaking en later bij de bewaking van het vliegveld van Perryport. Als infanterist neemt hij deel aan alle uithoudingsmarsen zoals in de winter van 41 toen zijn eenheid in drie dagen van Hereford naar Carmarthen (120 mijl) marcheerde. Begin 42 is de ‘kleine Badts’ vrijwilliger om dienst te nemen bij de pas opgerichte Belgische parachutisteneenheid te Athringham in Noord-Engeland. Zonder goede grondtraining wordt begonnen met sprongen uit de ballon . Eduard raakt hierbij gekwetst en met na hestel terug naar zijn infanterieeenheid. Bij de reorganisatie van de Belgische tropen onder bevel van Lt Kol PIRON wordt Badts samen met nog enkele andere St-Niklazenaars afgedeeld bij de derde onafhankelijke Compagnie, derde aanvalspeloton. Hij wordt korporaal Brenschutter in het peloton van luitenant Van Cauwelaert.
De gevechten rond Caen zijn nog in alle hevigheid bezig als korporaal Badts met de brigade PIRON op 8 augustus 1944 voet aan wal zet in Courseulles (Normandie). Eduard neemt deel aan de bevrijding van de Côte Fleurie, ttz de bevrijding van de kust vanaf Sallenelles tot Honfleur. Op 26 augustus moet de brigade de Risle oversteken. Het peloton van luitenant Van Cauwelaert loopt spits met op kop de sectie van Eduard. Aan het brugje van Foulbec loopt het mis. Het peloton wordt zwaar onder vuur genomen door de Duitsers met oa mortiergranaten. Gevolg één dode én een tiental gekwetsten waaronder Badts. Hij is zwaargekwetst maar dankzij het koelbloedige optreden van luitenant Van Cauwelaert die de eerste zorgen toepast en hem naar de hulppost laat afvoeren, overleeft hij. Eduard belandt eerst in een Brits veldhospitaal en nadien in een hospitaal in Londen voor verdere verzorging.

Gedeeltekijk invalide (verlamd aan de rechterarm) keert hij pas op 5 november 1945 huiswaarts. De oorlog heeft voor hem meer dan 5 jaar geduurd! Gedemobiliseerd en terug burger wordt hij in stadsdienst aangenomen en wordt tot aan zijn pensioen parkwachter in Sint-Niklaas. Hij is er als de kippen bij als eind 1946 een aanvang wordt gemaakt van de oprichting van een sectie oudstrijders brigade PIRON in Sint-Niklaas. Tot 2005 blijft hij de vaandeldrager die op alle plechtigheden aanwezig is. Hij blijft zijn ganse leven actief in de vereniging als bestuurslid. In 2007 wordt hij erekorporaal van het Regiment Bevrijding. Eduard overlijdt op 15 april 2009, bijna 88 geworden. Hij is vereremerkt met talrijke nationale en buitenlandse medailles.

 

John Verhagen